Door de uitbetaling van een Chinees krediet van 1,4 miljard dollar kan Ecuador verder met de geplande investeringen in de samenleving. Er wordt dit jaar voor meer dan zes miljard dollar geïnvesteerd in energiecentrales, sociale projecten en verbetering van het (basis-)onderwijs.

De nieuwe Chinese lening komt in augustus binnen en loopt vast vooruit op de verwachte verkoop van olie, liet de Ecuadoraanse minister van Financiën Fausto Herrera gisteren weten. In februari kwam ook al $ 1,4 miljard binnen uit China. Dat was bestemd voor waterkrachtcentrales en projecten tegen overstromingen.

Image

President Rafael Correa tijdens een bezoek aan China in 2010

De miljardeninvesteringen voor 2013 op een rij
Het nieuwe geld maakt deel uit van nieuwe miljardeninvesteringen van de Ecuadoraanse overheid. Hieronder de belangrijkste op een rij om een beeld te krijgen wat de prioriteiten zijn van een ´modern links land in ontwikkeling´, zoals president Correa het zegt.

– $ 1 miljard voor aanleg en uitbreiding van wegen
– $ 900 miljoen voor medische apparatuur en ziekenhuizen
– $ 1,2 miljard voor waterkrachtcentrales en warmte-krachtcentrales
– $ 575 miljoen voor schoolgebouwen en onderwijsmateriaal
– $ 215 miljoen aan woningen op het platteland en aan de randen van de stad

Pessimisten zullen zeggen dat het een druppel op de gloeiende plaat is voor een land waar nog zoveel te verbeteren is. Maar de regering is ervan overtuigd dat de investeringen in energiecentrales Ecuador minder afhankelijk maken van olie en het leven van armen verbetert door de onderwijs- en gezondheidsprojecten.

Kleine staatsschuld
Door nu al Chinees geld uit te geven van te verwachten olieverkopen, neemt Ecuador natuurlijk wel een hypotheek op de toekomst. Maar dat is zeker niet onverantwoord, want de staatsschuld bedraagt op dit moment 22% van het Bruto Nationaal Product. Een cijfer waar Nederland alleen maar van kan dromen.

Dat komt overigens vooral omdat Ecuador net zo lang geweigerd heeft schulden af te betalen tot ze werden kwijtgescholden. Maar China hoeft daar voorlopig niet voor te vrezen, want de nieuwe economische grootmacht wordt niet gezien als als imperialistische vijand, maar als prettige zakenpartner.