President Lenín Moreno heeft aangekondigd ruim 4 miljard dollar te gaan bezuinigen op de overheidsuitgaven. Daardoor verdwijnt onder meer het nationale postbedrijf, stopt de financiering van luchtvaartmaatschappij TAME én wordt de werkdag van ambtenaren verkort van 8 uur naar 6 uur.

Moreno bezuinigt

Door het forse snijden in de overheidsuitgaven wil de regering in deze coronacrisis de financiering veiligstellen van de vitale sectoren gezondheidszorg, onderwijs en veiligheid en de meest kwetsbaren voorzien van voedselpakketten en bescheiden financiële steun. De omstreden coronaheffing voor bedrijven en mensen die meer dan 500 dollar verdienen is daarmee wel van de baan.

Ook heeft Moreno een nieuw systeem ingevoerd voor het vaststellen van de brandstofprijzen, dat nu met de lage olieprijs gunstig uitpakt. Maar na alle felle protesten in oktober zal elke toekomstige verhoging van de benzine- en dieselprijzen met argusogen worden gevolgd.

Met de 4 miljard dollar besparingen en de 8 miljard dollar die Ecuador volgens Moreno van internationale organisaties tegemoet kan zien is er 12 miljard dollar beschikbaar om de crisis te bestrijden.

En dat is hard nodig ook, want het gezondheidssysteem IESS kampt met enorme tekorten, bedrijven zijn massaal failliet aan het gaan en daardoor raken steeds meer Ecuadoranen werkloos.

‘Allerzwaarste crisis ooit’

In mijn onmiddellijke omgeving in Cuenca zijn mensen die zijn ontslagen boodschappendiensten begonnen op de fiets, een winkeltje aan huis begonnen, gel en andere desinfecterende middelen aan het verkopen of mondkapjes gaan produceren. Allemaal noodgrepen waar nauwelijks genoeg inkomen mee te verdienen is.

Moreno spreekt dan ook van de allerzwaarste crisis ooit: “Zelfs als we alle oorlogen en natuurrampen die het land in zijn lange geschiedenis heeft meegemaakt bij elkaar optellen, hebben we nooit zulke grote menselijke en economische verliezen geleden als nu”.

Een groot deel van Ecuador verkeert uit angst voor het oplopen van de coronabesmettingen dan ook nog altijd in een strenge lockown. Wel zetten steeds meer kantons hun stoplicht inmiddels van rood naar oranje, waardoor bedrijven en winkels weer beperkt open kunnen, de avondklok pas om 21 uur ingaat in plaats van om 14 uur en mensen twee keer per week hun auto mogen gebruiken, in plaats van eens per week.

In Guayaquil, de grote besmettingshaard aan het begin van de uitbraak van het coronavirus, zijn de maatregelen afgelopen woensdag ook versoepeld. “In de huizen is er honger en buiten is het coronavirus. We moeten een balans zoeken, zodat mensen kunnen werken en voor zichzelf kunnen zorgen”, zei burgemeester Cynthia Viteri daarover.

FB_IMG_15900278914259476

Straatbeeld in Guayaquil op woensdag 20 mei

Afstand houden lukt op veel plekken in de drukke miljoenenstad niet, blijkt uit beelden van de eerste dag van de versoepeling. Of mensen zijn zich te weinig bewust van het belang ervan, omdat de boodschap ‘Blijf thuis’ steeds veel luider heeft geklonken dan ‘Hou afstand’.

Geen nationale post en spoorwegen meer

Door de bezuinigen worden acht staatsbedrijven en -instellingen afgestoten, waaronder de posterijen (Correos del Ecuador), luchtvaartmaatschappij Tame, de spoorwegen (Empresa Ferrocarriles de Ecuador) en topsportcentra (CEAR). Ook sluiten verschillende ambassades, waaronder die van Iran en Nicaragua, en worden zo’n 70 diplomaten teruggeroepen. Ambtenaren werken voortaan 6 uur per dag in plaats van 8 uur en worden overeenkomstig gekort op hun salaris, terwijl onderwijzers naar een werkdag van 7 uur gaan.

De regering wilde tot woede van studenten en docenten ook fors bezuinigen op de universiteiten, maar daar heeft het hooggerechtshof een stokje voor gestoken. Tijdens de noodtoestand bezuinigen op universiteiten is ongrondwettelijk. Studenten waren daarvoor al massaal de straat op gegaan om te protesteren.

Ecuador verkeert inmiddels al meer dan 9 weken in een strenge lockdown en in de hoofdstad Quito, mijn eigen Cuenca met zijn slechts 14 IC-bedden, en veel andere steden en gebieden is nog niet duidelijk wanneer de eerste versoepeling komt. Daarmee wordt de sociale en economische crisis voorlopig nog elke dag groter. En het vertrouwen in de overheid na onder meer een corruptieschandaal met voedselpakketten wordt er niet groter op.

Van het nieuwe prijssysteem voor benzine en diesel zijn nog weinig details bekend, maar prefect Yaku Perez van mijn provincie Azuay spreekt van een “wolf in schaapskleren” en voorspelt weer massale demonstraties als de lockdown voorbij is en de prijzen gaan stijgen.

Kinderen in de Sierra en het Amazonegebied kunnen pas op z’n vroegst op 1 september weer naar school, buiten sporten mag op basis van het laatste nummer van je ID-bewijs formeel maar eens per week 40 minuten tussen 5 en 8 uur ’s ochtends en reizen tussen verschillende kantons en provincies is nog altijd niet toegestaan.

De toeristische sector ligt totaal op z’n gat en als het luchtverkeer weer op gang komt, moeten inkomende reizigers voor vertrek een PCR-test doen en bij aankomst op de luchthaven een sneltest. Als daarbij het coronavirus wordt vastgesteld volgt een tweede betrouwbaardere test en verplichte quarantaine.

Angst voor nieuwe uitbraken

Terwijl er onder een deel van de bevolking en bestuurders nog een lang niet altijd op de realiteit gebaseerde paniek heerst, kan een ander deel simpelweg niet langer binnen blijven zonder de dagelijkse kost te kunnen verdienen.

Met de versoepelingen die er ongetwijfeld binnenkort gaan komen is het afwachten of er in nauwelijks getroffen steden en andere gebieden alsnog een gevreesde uitbraak gaat komen, zoals aan het begin van de crisis in Guayaquil waar in totaal zo’n 10.000 extra doden zijn gevallen.

Oversterfte

Omdat zeker in het begin van de crisis lang niet elke overledene op het coronavirus was getest, is de oversterfte een betere maatstaf om te kunnen bepalen hoe hard en waar Covid-19 precies heeft toegeslagen. Uit cijfers van de burgerlijke stand in bovenstaande tabel blijkt dat er tot 7 mei vooral enorme oversterfte was in de provincie Guayas (met Guayaquil als hoofdstad) en enkele andere kustprovincies, maar in de meeste andere delen van het land niet of nauwelijks.